Routekaart – de schijf van vijf

Voor een klimaatbestendige bestaande bouw

In vijf stappen neemt deze Schijf van Vijf je mee in het proces voor het realiseren van een klimaatbestendige bestaande gebouwde omgeving, op basis van de daarvoor geldende doelen en prestatie-eisen zoals vastgelegd in de regionale afspraken klimaatadaptief bouwen Utrecht. Voor iedere stap is de vraag beantwoord wat er moet gebeuren en hoe je dat als gemeente kunt vormgeven.

Routekaart
1
2
3
4
5
Wat is je opgave?
Wat zijn verschillende
interventiemomenten?
Wat zijn de belangrijkste
sturingsmiddelen voor een gemeente?
Wat zijn de belangen
van belangrijke
externe betrokkenen
en partners?
Wat is bepalend
in de borging van
klimaatadaptatie in
de interventies?

Wat verstaan we onder "bestaande bouw"?

Hoe bepaal je de opgave?
Hoe dragen de
interventiemomenten
bij aan klimaatadaptatie?
Hoe kan de gemeente
met sturingsmiddelen invloed uitoefenen
op een interventiemoment?
Hoe betrek je
verschillende partijen?
Hoe sluit je tijdig
en met impact aan op de
voorbereiding van de
interventies?
×
Routekaart Schijf 1

Wat verstaan we onder "bestaande bouw"?

Onder bestaande bouw verstaan we terrein dat al eerder is bebouwd. Dit terrein bestaat uit gebouwen en woningen, maar ook de omgeving daar omheen. Sloop, nieuwbouw en herontwikkeling vallen hier niet onder.

Oppervlaktewater
Bedrijventerreinen
Ondergrondse
infrastructuur
Openbaar groen
Woningen
Bovengrondse
infrastructuur
Gebouwen (scholen,
winkelcentra)
×
Routekaart Schijf 1

1 A - Wat is je opgave?

1 B - Hoe bepaal je de opgave?

Een toekomstbestendige gebouwde omgeving houdt rekening met de effecten van klimaatverandering. Maar welke effecten zijn er? En welke risico’s brengen die met zich mee? De provincie Utrecht heeft Afspraken voor Klimaatadaptief Bouwen vastgesteld, met verschillende doelstellingen per thema:

Wateroverlast
Hevige neerslag leidt niet tot schade aan gebouwen, infrastructuur en voorzieningen. Vitale functies en voorzieningen blijven beschikbaar.
Hitte
Tijdens hitte biedt de gebouwde omgeving een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.
Bodemdaling
Bodemdaling van gebouwd gebied blijft beheersbaar en betaalbaar.
Gevolgbeperking overstromingen
De gebouwde omgeving is via gevolgbeperking voorbereid op overstromingen door dijkdoorbraken.
Droogte
Langdurige droogte leidt niet tot structurele schade aan bebouwing, funderingen, wegen, groen, water en vitale en kwetsbare functies.
Biodiversiteit en natuurinclusiviteit
Groenblauwe structuren en de gebiedseigen biodiversiteit worden versterkt.

Het bestaande gebied (bebouwing en openbare ruimte) is te toetsen aan deze eisen. Het is daarom belangrijk om interne en externe partners te betrekken bij het inventariseren van je opgave. (zie ook schijf 4)

×
Routekaart Schijf 1

2 A - Wat zijn verschillende interventiemomenten?

2 B - Hoe dragen de interventiemomenten bij aan klimaatadaptatie?

Nadat de opgaven voor de verschillende thema’s inzichtelijk zijn, is de volgende vraag hoe deze aangepakt kunnen worden. Gebeurtenissen die een kans geven om deze opgaven tegelijkertijd met een andere opgave op te pakken, noemen we interventiemomenten. Deze zijn in te delen in een aantal categorieën:

Fysieke ingrepen
Fysieke ingrepen in de openbare ruimte zijn verder in te delen in een aantal categorieën: (groot) onderhoud, renovaties, en functiewijzigingen. (Groot) onderhoud, beheer en vervanging is gericht op het vervangen of herstellen van onderdelen van bijvoorbeeld de riolering, groen, wegen en vastgoed. Het wooncomfort blijft hetzelfde. Bij renovaties worden nieuwe voorzieningen of verbeteringen aangebracht waardoor het wooncomfort en/of de energiezuinigheid toeneemt.

Overlast
Naast renovatie of onderhoud kan overlast door water, hitte e.a. een reden zijn om additionele investeringen te doen aan een gebouw of de openbare ruimte.

Mutaties
Mutaties zijn momenten zoals het verkoop van woningen of verhuizing.

(Bewoners)initiatieven
Soms is er bij bewoners bereidheid om verduurzamings- maatregelen te nemen. Deze zijn niet altijd gericht op klimaatadaptatie. Wanneer initiatieven zich voordoen, is het belangrijk om na te gaan welke verbindingen er gemaakt kunnen worden en welke rol particulieren en publieke partijen hebben.

Rijkssubsidies en -regelingen
Subsidies en regelingen vanuit het Rijk en de Europese Unie versnellen initiatieven ten behoeve van klimaatadaptatie. Ze kunnen worden ingezet voor de financiering van de meerkosten voor klimaatadaptatie binnen projecten.

×
Routekaart Schijf 1

3 A - Wat zijn de belangrijkste sturingsmiddelen voor een gemeente?

3 B - Hoe kan de gemeente sturingsmiddelen inzetten?

Een gemeente kan via vijf sporen sturen op klimaatadaptatie in de bestaande gebouwde omgeving, namelijk:

  1. De uitvoering van projecten;
  2. De eigen capaciteit en interne organisatie;
  3. Financiële kaders en subsidies;
  4. Juridisch handelingskader;
  5. Het onderliggende beleid en visie.

Daarbij identificeren we, in lijn met het traject Ritsen, vier verschillende mogelijke rollen die een gemeente kan innemen, namelijk de Realiserende, Regulerende, Samenwerkende en Ondersteunende rol. Welke instrumenten je gaat ontwikkelen, kiezen en toepassen is afhankelijk van de keuze welke rol je neemt als organisatie.

Figuur 3: Verschillende rollen die de overheid kan kiezen in samenwerking en bestuur (bron: op basis van rollen Nederlandse school voor openbaar bestuur, aangepast door TAUW en &Flux).

Elke gemeente heeft een eigen werkwijze en instrumenten. Uiteindelijk draait het om het efficiënt en goed koppelen van de opgaven in (verschillende delen van) de gemeente, samenwerking met en het stimuleren van andere partijen. Hiervoor is gebiedsgericht en integraal werken van groot belang.

×
Routekaart Schijf 1

4 A - Wat zijn de belangen van externe betrokkenen en partners?

4 B - Hoe betrek je verschillende partijen?

Om deze stap uit te kunnen voeren, zijn er twee opgaven van belang:

1. Weet wie de spelers zijn in het gebied waar kwetsbaarheden zijn.
Denk hierbij aan:

  • Woningbouwcorporaties;
  • Vastgoedbeleggers;
  • VVE’s;
  • Infrastructuurbeheerders;
  • Waterschappen;
  • Bedrijven(terreinen);
  • Bewoners(verenigingen);
  • Netbeheerders en energiebedrijven;
  • Drinkwaterbedrijven;
  • Provincies;
  • Natuurorganisaties;
  • Groenondernemers zoals hoveniers en tuincentra.

2. Ken de belangen van deze spelers.
Voor lang niet alle partijen in een gebied gelden dezelfde belangen. Om deze partijen te betrekken is het van belang om hier goed zicht op te hebben. Een bewoner, die waterschade wil voorkomen, heeft bijvoorbeeld een heel ander belang dan een netbeheerder (vitale functies moeten blijven functioneren) of een drinkwaterbedrijf (drinkwaterkwaliteit).

Bovendien is het vertrekpunt vaak een hele andere: er wordt onderhoud gepleegd, een vergunning aangevraagd of er staat iets anders op de agenda (zie ‘interventiemomenten’). Om bij de verschillende partijen betrokkenheid te krijgen, moet het voor die ander wel duidelijk zijn waarom hij of zij hier iets aan heeft.

×
Routekaart Schijf 1

5 A - Wat is bepalend in de borging van klimaatadaptatie in de interventies?

5 B - Hoe sluit je tijdig en met impact aan op de voorbereiding van de interventies?

De laatste stap richt zich op de daadwerkelijke borging van klimaatadaptatie in de interventies. De crux van deze borging zit in aansluiten op de fasering en het detailniveau van het (plan)proces van de interventies zelf. Afhankelijk van de fase in dit proces gaat het om:

1. Initiatieffase Benoemen en borgen doelen en eisen klimaatadaptatie in de scope van de interventie. Vooraf brengen klimaatstresstesten en risicodialogen de opgave in kaart.
2. Haalbaarheidsfase Begeleiden, concretiseren en afwegen van prestatie-eisen in ontwerp via een te ontwikkelen toetsingskader en budget (inclusief eventueel klimaatadaptatiebudget om de extra klimaatadaptieve kosten te dekken).
3. Ontwerpfase Uitwerken ontwerp en maatregelen (met klimaatadaptief ontwerphandboek) en toetsen op prestatie(eisen), beheerimpact en budget.
4 Realisatiefase Aanbesteden (inclusief klimaatadaptieve gunningscriteria) en uitvoeren ontwerp en monitoren prestaties. Afhankelijk van het type contractvorm zijn aannemers vanaf de haalbaarheidsfase of ontwerpfase betrokken.
×
Routekaart Schijf 1

1 B - Hoe bepaal je de opgave?

1 A - Wat is je opgave?

Voor iedere interventie is het belangrijk om te weten wat de opgave per gebied en per thema is. Wat zijn de risico’s die een gebied loopt, en welke maatregelen kunnen deze risico’s beperken? Er bestaan verschillende instrumenten om de opgave voor een gebied inzichtelijk te maken. Een aantal van deze instrumenten zijn hiernaast benoemd.

Stresstesten
In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat heel Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Daarom moesten alle overheden uiterlijk in 2019 een stresstest laten uitvoeren voor de thema’s wateroverlast, hitte, droogte en overstroming. Op landelijk niveau geeft de landelijke klimaateffectatlas een eerste beeld van de effecten van een veranderend klimaat. Op regionaal niveau heeft de provincie Utrecht een klimaatportaal ontwikkeld dat onder meer de effecten van klimaatverandering binnen de provincie Utrecht bespreekt.

Risicodialogen voeren
Aan de hand van risicodialogen met interne collega’s én externe samenwerkingspartners worden de prioriteiten in het bestaande gebied voor de korte en lange termijn samen bepaald voor klimaat- adaptatie. Het is voor de risico- dialogen belangrijk dat de genodigden uit verschillende disciplines komen voor een integrale afspiegeling vanuit de openbare ruimte.

Kennisdossiers Kennisplatform Klimaatadaptatie
Op het Kennisplatform Klimaatadaptatie zijn verschillende dossiers beschikbaar met informatie over verschillende klimaatadaptatie- onderwerpen. Deze geven zowel inzicht in de aan te pakken opgaven, als interessante voorbeelden, onderzoeken, factsheets, tools en handreikingen.

Overlegstructuren
Naast de risicodialoog zijn er ook andere overlegstructuren waarbij verschillende sectoren en partners bijeenkomen, zoals zogenoemde gebiedstafels of de omgevingstafel. De overlegstructuren vormen goede mogelijkheden om de klimaatadaptatie-opgave te bespreken. Daarnaast kunnen ervaringen van bewoners, zoals klachten over overlast, zorgen voor waardevolle input.

Toolbox Klimaatbestendige Stad
De Toolbox Klimaatbestendige Stad geeft informatie over het oplossen van klimaatadaptatie-knelpunten door maatregelen die qua werkzaamheden gekoppeld kunnen worden aan fysieke interventies in de openbare ruimte of onderhoudsplanningen.

Uitvoeringsprogramma opstellen
Het uitvoeringsprogramma is het resultaat van de klimaatstresstesten en risicodialogen. Hierin is opgenomen wat de gemeente zelf als organisatie en met inwoners en bedrijven gaat doen om klimaatadaptief te handelen. Concreet is opgenomen welke knelpunten prioriteit hebben, voor welke knelpunten samenwerking nodig is en welke meekoppelkansen binnen en buiten de gemeente zijn geïdentificeerd.

Let op: houd ook (water)systemen buiten het plangebied en hun grenzen in het oog bij het bespreken en bepalen van de acties in een bepaald gebied. Zorg er bijvoorbeeld voor dat het oplossen van wateroverlast op een bepaald perceel of plan niet zorgt voor extra overlast in het gebied of watersysteem eromheen.

×
Routekaart Schijf 1

2 B - Hoe dragen de interventiemomenten bij aan klimaatadaptatie?

2 A - Wat zijn verschillende interventiemomenten?

De interventiemomenten dragen ieder op verschillende manieren bij aan een klimaatbestendige stad. Enkele voorbeelden zijn:

Woningen, bedrijventerreinen en andere gebouwen (scholen, winkelcentra…)

  • Wijkrenovaties en verduurzaming
    Renovatie van een wijk biedt veel meekoppelkansen. Zowel de huizen als de openbare ruimte worden aangepakt, en er kan dus een integraal plan worden gemaakt voor het hele gebied.
  • Bewonerswisseling
    Bij mutaties kunnen nieuwe gebruikers gewezen worden op mogelijkheden om hun tuin of terrein te vergroenen met droogte-resistent groen, of waterberging en infiltratie aan te brengen.
  • Groot onderhoud
    Bekijk of er een aanpassing/ingreep van het object plaatsvindt waarbij een kans voor koppelen met klimaatadaptatie ontstaat.

Bovengrondse infrastructuur

  • Groot onderhoud van wegen
  • Herinrichting wegen
    Fysieke ingrepen bij de wegen zorgen met name voor de beperking van wateroverlast.
  • Wijkvernieuwing

Ondergrondse infrastructuur

  • Groot onderhoud van de riolering
  • Rioolvervangingen
    Onderhoudswerkzaamheden aan het riool kunnen samen uitgevoerd worden met de aanleg van energienetwerken in de straat. Verder zorgt het creëren van schaduw door de aanleg van groen ervoor dat drinkwater- leidingen tijdens zomerse dagen minder opwarmen. Dit komt de kwaliteit van het drinkwater ten goede.
    Ook kunnen tijdens werkzaamheden kabels en leidingen verticaal onder elkaar gelegd worden. In de vrijgekomen ruimte kunnen vervolgens meer bomen worden geplant, wat bijdraagt aan de biodiversiteit en het beperken van hittestress.

Openbaar groen

  • Herinrichting van openbaar groen
    Bij het vervangen van groen kan gelet worden op een groenassortiment dat zowel klimaatadaptatie als biodiversiteit en gezondheid ondersteunt.

Let op: voor het tijdig en effectief benutten van interventiemomenten is het afstemmen van planningen tussen verschillende afdelingen en tussen verschillende spelers (zie schijf 4) cruciaal.

×
Routekaart Schijf 1

3 B - Hoe kan de gemeente sturingsmiddelen inzetten?

3 A - Wat zijn de belangrijkste sturingsmiddelen voor een gemeente?

Voor de combinatie van elke rol en soort sturingsmiddel is in onderstaande tabel een voorbeeld van een sturingsmiddel opgenomen. Een aantal van deze voorbeelden zijn verder uitgewerkt.

Realiserend Regulerend Samenwerkend Ondersteunend
Uitvoering Renovatieprogramma’s Cafetariamodel BVP aanbesteding Faciliteren bewonersinitiatieven
Organisatie Handboek openbare ruimte Weging van het waterbelang (Watertoets) Prestatieafspraken woningcorporaties Bewustwordings- en adviescampagne
Financieel Rioolheffing Tegeltax Lening Subsidies
Juridisch GRP Hemelwaterverordening Bestuursovereenkomst Klimaattoets
Beleid Groenprogramma Omgevingsplan Woonvisie BouwAdaptief

Omgevingsplan en -visie
In het omgevingsplan staan alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente heeft opgesteld binnen haar grondgebied. Per gemeente is er één omgevingsplan, dat je kunt zien als opvolger van het bestemmingsplan. Op het Kennisportaal Klimaatadaptatie staan verschillende handreikingen om klimaatadaptatie met andere opgaven te integreren. Het is namelijk belangrijk dat eisen in het kader van klimaatadaptatie in lijn worden gebracht met andere waarden in de openbare ruimte. Denk hierbij aan erfgoed, parkeernormen en de kabels en leidingen in de ondergrond. Ook de koppeling met de (regionale) energiestrategie is zinvol.

Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) of Programma Water en Klimaat
Het GRP is het sturingsinstrument voor de gemeentelijke watertaken. Er staat onder andere welke riolering wordt onderhouden in hoeverre een perceeleigenaar zelf hemelwater moet verwerken, welke (grond)waterproblemen structureel zijn, en wanneer en waar de gemeente maatregelen treft. De gemeente kan hierin stimuleringsmogelijkheden voor particulieren opnemen. Bovenal stelt de gemeente rioolheffing vast op basis van het totale programma aan onderzoeken en projecten. Het GRP wordt onder de Omgevingswet steeds meer verbreed naar een programma water en klimaat, waarin meer ruimte is voor klimaatadaptatie.

Gemeentelijk meerjarenonderhoudsplan openbare ruimte of wegen
Gemeenten programmeren het onderhoud en de vernieuwing van de wegen en openbare ruimte een aantal jaren vooruit. De programmering wordt bepaald door de levensduur en kwaliteit van de wegen en de rest van de openbare ruimte. Vaak wordt de koppeling gemaakt met de projecten die vanuit riolering zijn geïdentificeerd, zodat projecten gezamenlijk worden gefinancierd en uitgevoerd.

Prestatieafspraken
De samenwerking tussen gemeente, huurders- organisatie en woningcorporatie voor goede volkshuisvestelijke prestaties krijgt vorm in prestatieafspraken. Prestatieafspraken gaan niet alleen over investeringen van corporaties in vastgoed, maar kennen daarnaast een aantal andere thema’s, waaronder de kwaliteit en duurzaamheid van woningen en leefbaarheid van maatschappelijk vastgoed. In prestatieafspraken kunnen de betrokken partijen zowel afspraken maken over fysiek uit te voeren maatregelen, als onderzoeksmaatregelen en procesafspraken om de rollen beter te verdelen.

Subsidies
Lokale en provinciale subsidies zijn goed toepasbaar als sturings- instrument. Zeker voor de onderwerpen hitte en droogte, die niet zo duidelijk belegd zijn als (regen)water, is vaak aanvullende financiering nodig. Daarbij zijn een aantal karakteristieken van belang: maximaal bedrag van de subsidie, totaal budget, doelgroep, maar vooral ook hoe de subsidie vorm wordt gegeven en voor welke maatregelen hij dus aan te vragen is.

Let op: met het inwerking treden van de Omgevingswet verandert het landschap van sturingsmiddelen aanzienlijk. Ook zijn er ontwikkelingen van bepaalde instrumenten gaande, zoals van de watertoets.

×
Routekaart Schijf 1

4 B - Hoe betrek je verschillende partijen?

4 A - Wat zijn de belangen van externe betrokkenen en partners?

Ook voor deze stap zijn drie opgaven van belang:

1. Kies samen met de externe speler de actie die nodig is om betrokkenheid te krijgen.
Denk hierbij aan:

  • het creëren van meer bewustwording over risico’s;
  • organiseren van bewonersparticipatie over de keuze van maatregelen;
  • het in beeld brengen van maatschappelijke waardes via een MKBA;
  • het inzichtelijk maken van de cross-overs met energietransitie;
  • het delen van informatie uit stresstesten.

2. Maak heldere afspraken: wat verwacht je precies van de externe speler?

  • Wanneer moet hij of zij betrokken zijn;
  • Wat moet de bijdrage zijn (meedenken, planningen aanpassen, meebetalen, keuzes maken, kennis inbrengen;
  • En wat moet het resultaat daarvan zijn?

3. Werk samen tijdens interventiemomenten: Hoe geef je je uiteindelijke samenwerking vorm?

  • Wie neemt de lead;
  • Hoe werk je aan de gemaakte afspraken;
  • Hoe ga je om met financiën?

Dit is verder uitgewerkt in schijf 5.

Let op: niet alle partijen zijn al gewend om structureel samen te werken in de openbare ruimte. Er zijn wellicht nieuwe of aangepaste overlegstructuren nodig om dit voor elkaar te krijgen.

×
Routekaart Schijf 1

5 B - Hoe sluit je tijdig en met impact aan op de voorbereiding van de interventies?

5 A - Wat is bepalend in de borging van klimaatadaptatie in de interventies?

Bij deze ‘hoe’-vraag werken we een aantal hoofdcategorieën van interventies verder uit.

Borging binnen gemeentelijke interventies
Wanneer de gemeente zelf initiatief neemt tot een interventie, zijn de volgende aanbevelingen relevant:

  • Werk integraal en gebiedsgericht en neem klimaatadaptatie in scope mee vanaf initiatieffase;
  • Sluit aan bij gemeentelijk werkproces, bijvoorbeeld via programmeertafel of omgevingstafel;
  • Breng knelpunten en kansen voor gebied in beeld bij haalbaarheidsfase;
  • Betrek alle partijen (inclusief waterschap bij proces) bij haalbaarheidsfase.

Samenwerken met aannemers
Samenwerking tussen overheden en aannemers speelt een cruciale rol bij de borgen van klimaatadaptatie in interventiemomenten.

Als de opdrachtgever adaptatiekennis en -ervaring uit de markt nodig heeft, passen meer geïntegreerde contracten (bouwteam of UAV-GC), die aannemers vanaf de haalbaarheidsfase betrekken. De contract- vorm heeft hierbij een grote invloed.

Als de opdrachtgever regie over het project wil behouden, past een traditionele contractvorm (RAW-bestek) met betrokkenheid van de aannemer vanaf de realisatiefase. Een uitgebreide leidraad om klimaatadaptatie mee te nemen in contracten vind je hier.

Afspraken met corporaties of vastgoedeigenaar
Het is belangrijk dat er eerst gezamenlijk een eenduidig en gemeenschappelijk beeld wordt gemaakt van hoe corporatie- of vastgoedbezit wordt geraakt door klimaatverandering, en waar de meest kwetsbare assets liggen.

Voor deze gebieden kan vervolgens nagegaan worden of er beheer- en onderhoudstrajecten of andere renovatieplannen bij de corporatie, vastgoedeigenaar en gemeente bestaan waar maatregelen aan kunnen worden gekoppeld. In de initiatieffase kunnen vervolgens voor al deze kwetsbaarheden concrete doelen worden vastgesteld over of, en wanneer deze effecten aangepakt gaan worden, en wie voor welke maatregel verantwoordelijk is.

Let op: het gebeurt nog regelmatig dat eisen voor klimaatadaptatie netjes in de initiatieffase zijn ingebracht, maar er in de haalbaarheids- of ontwerpfase weer uitvallen tijdens de onderhandelingen en afwegingen. Ervaring van ontwikkelaars met klimaatadaptieve maatregelen of evt. aanvullend gemeentelijk budget zouden kunnen helpen.

Over de routekaart
Dit product is ontworpen t.b.v. de partners die zich hebben gecommitteerd aan de afspraken voor klimaatadaptief bouwen in Utrecht. Het is daarbij nadrukkelijk ook toepasbaar voor samenwerkende regio’s in Zuid-Holland, de MRA en Gelderland.

Voor het realiseren van klimaatadaptieve nieuwbouw is een leidraad ontwikkeld.

In Utrecht werkt een consortium van partijen aan afspraken voor duurzaam bouwen. Daar zijn de afspraken voor klimaatadaptatie één op één in overgenomen.

Download de Routekaart

Auteurs
Batoul Mesdaghi (TAUW)
Leon Valkenburg (TAUW)
Thea Kampert (&Flux)
Sander van der Wal (&Flux)

I.o.v. de provincie Utrecht