Wat is de leidraad?

De leidraad ondersteunt bij het concretiseren van de klimaatambities en helpt bij het beoordelen van een gebiedsontwikkeling op de klimaatthema’s. De leidraad biedt een structuur om aan de klimaatopgave invulling te geven.

Verdieping: doelen en eisen per klimaatthema.

Bij een gebiedsontwikkeling worden per klimaatthema drie stappen doorlopen:

  1. Inventariseren

    Bespreek en verken wat er al is en selecteer of dit klimaatthema relevant is.

  2. Formuleren van eisen

    Leg voor het geselecteerde thema de eisen vast.

  3. Beoordelen

    Beoordeel het ontwerp met de gekozen methodes.

Deze tool biedt een overzicht per thema. De uitwerking van de eisen verschilt soms per regio (Zuid-Holland, Metropool Regio Amsterdam en provincie Utrecht)

Kies het thema:

Hittestress

Het thema hittestress behandelt de (nadelige) gevolgen door toegenomen hitte en speelt met name in stedelijk gebied. Extreme, langdurige hitte vermindert het functioneren van mensen en dieren en kan schadelijk zijn voor de gezondheid. De stedelijke omgeving warmt al meer op dan het buitengebied en in de openbare ruimte zijn plekken nodig om af te koelen. De geformuleerde eisen hebben tot doel om koelere plekken buiten te creëren en het opwarmen van de stedelijke omgeving tegen te gaan. Eisen voor temperatuurregulatie in gebouwen zelf zijn hier niet opgenomen omdat hiervoor in het Bouwbesluit kwaliteitseisen aan zijn toegekend.

Inventarisatie stakeholders

Er bestaan geen organisaties of overheden die een wettelijke verantwoordelijkheid hebben om specifiek hittestress te reduceren. Het is overheden wel verplicht het thema hittestress mee te nemen in de stresstesten en risicodialogen van het DPRA.

Voor het thema hittestress zijn belangrijke stakeholders de toekomstige bewoners, zorginstellingen, scholen, de gemeente, de GGD, woningbouwcorporaties en private ontwikkelaars in het plangebied. Deze partijen hebben extra belang bij het realiseren van een prettig leefklimaat in de nieuwe ontwikkeling en dienen vroegtijdig betrokken te worden.
 

Analyse huidige situatie

Bij ontwikkeling in het landelijk gebied hoeft geen rekening gehouden te worden met een beginsituatie met knelpunten. De analyse van de huidige situatie voor het thema hitte is alleen relevant voor binnenstedelijke verdichtingsopgaves. De volgende zaken dienen te worden geïnventariseerd en geanalyseerd:

  • Het in kaart brengen van kwetsbare plekken of knelpunten. Informatiebronnen zijn klimaatstresstesten van de gemeenten en de Klimaateffectatlas;
  • Het achterhalen van de oorzaak van de kwetsbare plekken. Er kan bijvoorbeeld een gebrek aan wind of schaduw zijn wat een lokaal hitte-eiland veroorzaakt. Met een ruimtelijke ingreep kan het knelpunt worden opgelost (meekoppelen).

 

Verkenning bestaande ambities, wet- en regelgeving

Er is op het gebied van ruimtelijke ordening geen wettelijke beleids- of regelgeving voor hittestress op landelijk of provinciaal niveau. Op gemeenteniveau zijn met name de risicodialogen in het kader van het DPRA of een lokaal hitteplan belangrijke input. Ook kunnen er doelen met betrekking tot bijvoorbeeld de leefbaarheid van steden of waterkwaliteit zijn vastgesteld in bestuursakkoorden of waterschapsvisies.

Er kan een algemene eis worden geformuleerd voor het gehele plangebied, of een eis per locatie of functie. Functies die bij hitte extra aandacht verdienen zijn:

  • Gebruiks- en zorgfuncties van gebouwen;
  • Gebruiksfuncties infrastructuur e.g. belangrijke (beweegbare) bruggen, spoor etc.;
  • Openbare ruimte met een recreatieve functie.

Zo kan er onderscheid worden gemaakt tussen objecten met een kwetsbare functie zoals enerzijds ziekenhuizen en anderzijds woningen. Voor ziekenhuizen kan dan een hogere norm gelden dan voor woningen. Bij eisen voor specifieke functies en locaties dient input vanuit ambities, beleid en stakeholders te worden gebruikt.
 

Eisen gericht op maatregelen

Eisen gericht op maatregelen voor hitte zijn concrete fysieke maatregelen die de ontwerper dient te nemen in het ontwerp. Hoe meer of hoe groter de maatregelen ter voorkoming van hittestress zijn (qua schaduwoppervlak of bijvoorbeeld het aantal bomen) des te beter (indien het niet botst met andere ontwerpeisen).

Het meegeven van concrete eisen gericht op maatregelen past in het algemeen goed bij kleine projecten of binnenstedelijke verdichtingsopgaves (enkele woningen e.d.) waarbij het niet gewenst is om meer uitgebreide studies naar hittestress te doen. Het nadeel is dat er minder ruimte is voor innovatie of creativiteit.
 

Eisen gericht op het gewenste effect: verlagen van hittestress

Eisen gericht op het gewenste effect zijn gerelateerd aan het verlagen van de gevoelstemperatuur om hittestress te verminderen. Hoe dit vervolgens bereikt wordt, bijvoorbeeld met groen, schaduw, gebouw oriëntatie, kleur- en materiaalgebruik e.d., is vrij aan de ontwerper. Deze type eisen passen bij projecten waar de ontwikkelende partij zo vrij mogelijk wordt gelaten m.b.t. oplossingsrichtingen. Het beoordelen van deze eisen vraagt om meer complex onderzoek.

De schaalgrootte van een ontwikkeling is voor de keuze voor het type eis (in tegenstelling tot andere thema’s) minder relevant, omdat hitte veelal lokaal is (minder systeemwerking).
 
Om te bepalen hoe goed een maatregel scoort of wat minimaal geëist wordt, zijn er ook voor hittestress maatlatten. Voorbeelden zijn:

  • Het aantal bomen met een kruin > 5 meter (maatregel-eis)
  • Het percentage schaduw op 1 juli 2020 (maatregel-eis)
  • De (maximale toename van) de (gevoels)temperatuur in graden (effect-eis)
  • Het aantal warme nachten per jaar (effect-eis)

Er dient een keuze te worden gemaakt in de hoogte van de maatlat. Voor het stellen van de maatlat en de hoogte ervan dienen de consequenties goed in beeld te zijn. Vijftig extra bomen brengen ook extra beheer- en onderhoud voor de gemeente mee en hebben een effect op de hoeveelheid beschikbare parkeerruimte. Door de effecten van de keuze in beeld te hebben worden geen onrealistische eisen gesteld.

Bij een aanbesteding kunnen met de EMVI-criteria meer punten worden gegeven voor inschrijvers die hoger op de maatlat komen. Als een maatlat bijvoorbeeld begint bij een minimum van 100 bomen in het plangebied kunnen er voor elke 50 bomen extra “extra punten” worden gegeven.

Bij het stellen van de maatlat voor hittestress dient tot slot een tijdstip te worden opgenomen wanneer de maatlat moet zijn ‘bereikt’. Voorbeelden zijn:

  • Na oplevering (passend bij eisen gericht op maatregelen);
  • 5 jaar na oplevering (na 5 jaar groei van de bomen);
  • In het jaar 2050 (bij volwassen bomen en bij een maatlat gericht op temperatuur).

Overzicht doelen en eisen

Algemene doelstelling: Tijdens hitte biedt de bebouwde omgeving een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.

Nuanceverschillen regio’s: Geen.

Basiseis Nuanceverschillen regio’s
Tenminste 50% schaduw in het plangebied op de hoogste zonnestand (21 juni) voor verblijfsplekken en gebieden waar langzaam verkeer zich verplaatst. Utrecht: 40% schaduw in plangebied, toevoeging 30% schaduw op buurtniveau

MRA: 40% schaduw in plangebied

Zuid-Holland: range 20-60%

Koele, schaduwrijke verblijfsplekken zijn op loopafstand (300 meter) aanwezig en openbaar toegankelijk. Zuid-Holland: geen eis

MRA: minimaal 200 m2

Tenminste 40% van alle horizontale en verticale oppervlakken wordt warmtewerend of verkoelend ingericht/gebouwd om opwarming van het stedelijk gebied verminderen. MRA: 50%

Zuid-Holland: range 30-80%

Koeling van gebouwen leidt niet tot opwarming van de (verblijfs-)ruimte in de directe omgeving. Geen
Vitale en kwetsbare functies en groenvoorzieningen in de openbare ruimte moeten bestand zijn tegen de hitte. MRA: beperkt tot “vitale en kwetsbare functies blijven beschikbaar”

Zuid-Holland: geen eis

Er is geen nationaal vastgestelde richtlijn om een ontwerp of plan te beoordelen op de gestelde eisen voor hittestress.
 

Beoordelen op maatregelen

Vaak kan een beoordeling op maatregelen gedaan worden met een GIS of hittemodel-analyse, een kwalitatieve beoordeling van het ontwerp of een handmatige exercitie, zoals bomen tellen. Ook kan er na realisatie geëvalueerd worden of de maatregel eis is behaald door middel van metingen in de nieuwe omgeving. Het is van belang om bij de beoordeling van maatregelen scherpe definities te hanteren voor termen als schaduw, verblijfsruimten of ‘lichte oppervlakten’.
 

Beoordelen op het gewenste effect

Er zijn momenteel enkele methoden beschikbaar voor de beoordeling op effecteisen.

  • Een berekening van de gevoelstemperatuur (PET, Physical Equivalent Temperature) op maat maken voor het nieuwe ontwerp, als er een eis wordt gesteld aan de gevoelstemperatuur. Als het ontwerp niet voldoet zijn er aanpassingen nodig zoals meer groen, meer schaduw of een andere gebouw-oriëntatie.
  • Meten van de (gevoels)temperatuur na realisatie en eventueel vergelijken aan de referentie-situatie.
  • De warme-nachten berekening op maat maken met het nieuwe ontwerp.

Er dient bij het vastleggen van de beoordeling goed vastgelegd te worden wat de nulsituatie is (bij inbreiding), op welke plekken wordt gemeten of gemodelleerd, wat de afwijking mag zijn, met welke (versie van) het model en data of met welke thermometer wordt gemeten. Ook dient goed vastgelegd te worden welke datum, welk tijdstip en welk (zicht)jaar de basis van de berekening is.

Tabel 3: Voorbeelden van eisen

Voorbeelden van eis Voorbeelden methodiek hoe te beoordelen
Eisen gericht op maatregelen Er dienen … bomen met een kruin >10m doorsnede gepland te zijn binnen het plangebied vóór oplevering. Bomen tellen in ontwerp (evt. met GIS) en controle na realisatie van het plan
Er dient … m² dak/gevel lichtgekleurd/hoog reflecterend albedo van … te zijn na oplevering. Beoordeling ontwerp d.m.v. Excel of GIS
Iedereen binnen het plangebied dient binnen … meter naar een verkoelende plek te kunnen komen, vijf jaar na oplevering van het project. GIS-analyse, hitte-label
Er dient aangetoond te worden dat er … % schaduw op de openbare verblijfs- en buitenruimtes is op 1 juli 20.. om ..:.. uur, twee jaar na oplevering van het project. GIS-analyse
Eisen gericht op gewenst effect De gevoelstemperatuur is niet gestegen na realisatie, ten opzichte van de huidige situatie op 1 juli 20.. om ….. (uitgangssituatie PET). GIS-analyse of PET-model
Vooraf en Achteraf meten
Kwetsbare functies zoals scholen en bejaardenhuizen zijn altijd koeler ten opzichte van hitte-hotspots binnen een straal van 1 km. PET-methodiek

Achteraf meten
Openbare buitenruimtes zijn geen hotspots en dienen tot het jaar 2050 nooit boven de … graden PET te komen. PET-methodiek
Wateroverlast De wateroverlast wordt mede bepaald door de waterberging in het watersysteem dat op haar beurt bepaald wordt door het verschil in waterpeil en maaiveldhoogte. Bij bodemdaling neemt de bergingscapaciteit af en neemt kans op wateroverlast toe.
Droogte Droogte leidt tot dalende grondwaterstanden en kan daarmee het proces van bodemdaling versnellen. Daarnaast komt bij bodemdaling door veenoxidatie fosfor vrij, wat negatief is voor de waterkwaliteit en de CO2-uitstoot.
Biodiversiteit Maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van bodemdaling door vernatting kunnen bijdragen in de ontwikkeling van nattere natuur.
Overstromingen Het verminderen van bodemdaling kan bijdragen om overstromingsrisico’s te verkleinen.

Download de leidraad

Download hier de nieuwe leidraad 2.0. De nieuwe leidraad is nog niet te vinden in bovenstaande module. Er is een nieuwe inleiding toegevoegd, die binnenkort in de bovenstaande module beschikbaar zal komen.

Download Leidraad Download Infographic

Van initiatief tot uitvoering

Het stappenplan helpt u stap voor stap van initiatieffase tot uitvoering om uw ambities werkelijkheid te laten worden.

Heeft u suggesties voor deze website?

Stuur een e-mail