• Water
  • Hitte
  • Biodiversiteit
  • Multifunctioneel ruimtegebruik
  • Constructiekosten
  • Onderhoud/beheer

Drijvende of amfibische gebouwen

Als gebouwen drijvend of amfibisch worden uitgevoerd treedt er geen waterschade op als het omgevingswater stijgt. Aandachtpunt bij deze wijze van bouwen zijn de aansluitingen op de omliggende infrastructuur en de nutsaansluitingen. Deze moeten flexibel of zelfvoorzienend zijn uitgevoerd.

Bij een stijgend waterpeil stijgt het gebouw of beter de drijvende funderingsconstructie. Voorwaarde voor drijvend bouwen is de aanwezigheid van oppervlaktewater en een lichte wijze van bouwen,  bijvoorbeeld (hout)skeletbouw is een goed toepasbare constructiemethode.

De positie van drijvende of amfibische woningen moet gefixeerd worden. Dit kan op verschillende manieren zoals in Maasbommel is gedaan waarbij de drijvende woningen langs de meerpalen omhoog en omlaag kunnen bewegen. In andere situaties kunnen de woningen aan steigers of door middel van grondankers en staalkabels worden verankerd. Er moet opgelet worden dat er geen grote objecten onder de woningen terecht kunnen komen waardoor de woningen na hoogwater scheef zou kunnen komen te liggen. Ook moet er aandacht zijn voor kruiend ijs. De in hoogte variërende woningen dienen te worden aangesloten op de nutsvoorzieningen die een vaste hoogte hebben. De aansluitingen moeten dus flexibel (en geïsoleerd) uitgevoerd worden.

Drijvend paviljoen Rotterdam