© Nanda Sluijsmans

Waarom deze leidraad 2.0?

1.1 Aanleiding

Het veranderende klimaat en de grote vraag naar woningen vormen de komende jaren twee grote uitdagingen voor de ruimtelijk ordening in Nederland. Het regeerakkoord van kabinet Rutte IV en de adviezen van Deltacommissaris zetten deze uitdagingen hoog op de agenda. De komende decennia worden er naar verwachting meer dan een miljoen nieuwe woningen in Nederland gebouwd. Deze nieuwbouwopgave speelt een centrale rol in de klimaatadaptatieopgave, waar ook het tegengaan van bodemdaling en het bevorderen van biodiversiteit onderdeel van uitmaken. We moeten plannen, ontwerpen en bouwen voor het veranderende klimaat: extreme neerslag, hittestress, langere periodes van droogte, grotere kans op grootschalige overstromingen en een stijging van de zeespiegel. Tegelijkertijd is er verlies aan biodiversiteit en kampen gebieden met bodemdaling. Deze opgaves staan deels los van klimaatverandering, maar versterken de noodzaak tot klimaatadaptieve maatregelen en versterken elkaar in knelpunten én oplossingen. Met het brede begrip ‘klimaatadaptief’ wordt in voorliggende Leidraad 2.0 daarom ook invulling gegeven aan de begrippen ‘bodemdalingsbestendig’ en ‘natuurinclusief’.

Publieke en private partijen binnen de provincie Zuid-Holland, Metropool Regio Amsterdam, de provincie Utrecht en de provincie Gelderland hebben afspraken gemaakt, doelen vastgesteld en prestatie(eisen) ontwikkeld om klimaatadaptief – dus ook bodemdalingsbestendig en natuurinclusief – te bouwen en in te richten. Deze Leidraad Klimaatadaptief Bouwen 2.0 beschrijft de toepassing van de afspraken en de eisen anno 2022. Daarmee wordt voortgebouwd op de eerdere Leidraad Klimaatadaptieve Nieuwbouw en Handreiking Klimaatbestendige Nieuwbouw.

De Leidraad 2.0 is bedoeld als richtlijn voor alle overheden en marktpartijen die een rol spelen in klimaatadaptief ontwikkelen, ontwerpen en bouwen. De vernieuwde leidraad is daarmee een hulpmiddel voor overheden en projectontwikkelaars om snel te bepalen welke middelen gebruikt kunnen worden om klimaatadaptief te ontwikkelen. De werkwijze sluit aan bij het gebiedsontwikkelingsproces uit de Reiswijzer Gebiedsontwikkeling en op de Roadmap Klimaatadaptieve Gebiedsontwikkeling. De leidraad richt zich op de praktische mogelijkheden van de deelnemers van het ontwikkelproces en houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met de instrumenten uit de Omgevingswet. Daarnaast zijn de doelen en eisen van de verschillende regio’s samengevoegd in een praktijktabel van doelen en eisen.

1.2 Opbouw van de Leidraad

Kern van de Leidraad 2.0 is de procesbeschrijving klimaatadaptieve gebiedsontwikkeling. Hoofdstuk 2 “Het ontwikkel- en bouwproces” geeft de achtergronden van het gebiedsontwikkelproces. In hoofdstuk 3 is aangegeven hoe de betrokken partijen (gemeenten, ontwikkelaars, corporaties, provincies en waterschappen) vorm kunnen geven aan klimaatadaptatie binnen het nieuwbouwproces. De lezer kan bepalen welke rol en welke fase van toepassing is en kan vervolgens vanuit de tabel bepalen wat relevant is om klimaatadaptief te handelen. Hoofdstuk 4 gaat inhoudelijk in op de doelen en eisen voor de klimaatthema’s wateroverlast, droogte, hitte, bodemdaling, biodiversiteit en gevolgbeperking overstromingen. De bijgevoegde “Verdieping: doelen en eisen per klimaatthema” legt uit hoe het inventariseren, selecteren, vastleggen en beoordelen van eisen inhoudelijk in zijn werk gaat.