Wat is de leidraad?

De leidraad ondersteunt bij het concretiseren van de klimaatambities en helpt bij het beoordelen van een gebiedsontwikkeling op de klimaatthema’s. De leidraad biedt een structuur om aan de klimaatopgave invulling te geven.

Verdieping: doelen en eisen per klimaatthema.

Bij een gebiedsontwikkeling worden per klimaatthema drie stappen doorlopen:

  1. Inventariseren

    Bespreek en verken wat er al is en selecteer of dit klimaatthema relevant is.

  2. Formuleren van eisen

    Leg voor het geselecteerde thema de eisen vast.

  3. Beoordelen

    Beoordeel het ontwerp met de gekozen methodes.

Deze tool biedt een overzicht per thema. De uitwerking van de eisen verschilt soms per regio (Zuid-Holland, Metropool Regio Amsterdam en provincie Utrecht)

Kies het thema:

Bodemdaling

Onder bodemdaling wordt over het algemeen de continue bodemdaling verstaan, veroorzaakt door oxidatie van veen, klink en geologische processen in de diepere ondergrond. Bij dit thema breiden we het begrip bodemdaling uit met zettingen. Zettingen betreffen het proces waar grond onder invloed van een belasting, zoals ophoging en waterstandsdaling, wordt samengedrukt, waardoor de bodem daalt. Zettingen hebben daarmee een zeer sterke relatie met de beoogde ontwikkeling.

Stakeholders

De stakeholders die betrokken moeten worden bij het thema bodemdaling zijn de gemeente, de projectontwikkelaar, het waterschap en de provincie.
 

Analyse huidige situatie

De zettingsgevoeligheid van het plangebied dient te worden geïnventariseerd en geanalyseerd met behulp van de volgende informatiebronnen:

  • Bodemopbouw (Dinoloket): aanwezigheid van zettingsgevoelige bodemlagen zoals klei en veen;
  • Thema Bodemdaling in provinciale (Klimaat)atlassen, zoals Klimaatatlas Zuid-Holland en Signaleringskaarten.nl (website van de provincie Zuid-Holland over bodem- en ondergrond);
  • Klimaateffectatlas (geeft een indicatie van potentiële zetting en klink bij ophogen met 1 meter zand);
  • Historische bodemdaling (Klimaat Effectatlas, analyse AHN1, AHN2 en AHN3), vaak is deze data bij waterschap beschikbaar;
  • Informatie uit eerder uitgevoerde bodemonderzoeken in plangebied of omgeving;
  • Peilbeheer waterschap (peilhandhaven of bodemdaling volgen).

Bij inbreiding dient aanvullend de zettingsgevoeligheid van de omgeving onderzocht te worden, bijvoorbeeld door het type fundering en het bouwjaar van de woningen op te vragen.

Als er onvoldoende data beschikbaar is om zettingsgevoeligheid te bepalen of gedetailleerde informatie nodig is voor de uitwerking van een ontwerp door de initiatiefnemer, is geotechnisch veldonderzoek nodig:

  • Sonderingen en boringen
  • Grondwater- en deformatieonderzoek

 

Verkenning bestaande ambities, wet en regelgeving

Voor bouw- en woonrijp maken zijn er al diverse richtlijnen ontwikkeld die gevolgd dienen te worden:

  • Leidraad Balans (Deltares, 2009)
  • Beter bouw- en woonrijp maken (SBR, 2004)

Met name bij inbreiding is het van belang eisen te stellen aan zowel de nieuwbouw als de impact op bestaande bebouwing en infrastructuur. Eisen aan het behoud van veenlagen, of de CO2 uitstoot zijn minder relevant voor inbreidingsplannen, omdat het peilbeheer de bestaande bodemopbouw doorgaans behouden zal worden.

Dit in tegenstelling tot uitbreidingsplannen waar door afgraven en ophogen de bodemopbouw verandert, peilen worden aangepast en CO2-uitstoot optreedt door grondverzet en oxidatie. Hierbij dienen ambities afgestemd te worden met peilbeheer van waterschap en provincie. Kosten voor het beheer en onderhoud als gevolg van bodemdaling vormen een belangrijk onderdeel voor het bepalen van deze ambities.

De draagkracht van de ondergrond dient in de vroegste fase (initiatie- en definitiefase) van de planontwikkeling meegenomen te worden in de exploitatierekeningen.

Na de inventarisatie uit stap 1 moet worden bepaald met de stakeholders welke algemene eisen gesteld moet worden (tabel 4) en waar specifieke eisen voor nodig zijn. Denk hierbij aan eisen voor specifieke objecten in de bodem (kabels en leidingen) en vitale of gevoelige bebouwing, zoals calamiteiten routes, laboratoria en historische bebouwing met houten fundering.
 

Eisen gericht op het gewenste effect

Formuleer een eis voor de rest- of eindzetting. Hierbij wordt een bovengrens gesteld voor de absolute grootte van de restzetting of absolute hoogte na een bepaalde periode na oplevering van de ontwikkelaar/aannemer. Bijvoorbeeld: 0,10 m restzetting in 30 jaar exclusief autonome bodemdaling voor niet-uitgeefbare terreinen en 0,20 m in 30 exclusief autonome bodemdaling voor uitgeefbare terreinen. In de praktijk blijkt de zettingstoename na deze periode nog maar beperkt, daarom wordt meestal aangenomen dat de restzetting na circa 30 jaar stopt. De meest kosteneffectieve maatregelenset wordt bepaald aan de hand van een Levenscycluskostenanalyse, waarbij ook de maatschappelijke kosten meegenomen zijn.

Naast (of in plaats van) eisen aan bodemdaling/zetting, kunnen ook eisen gesteld worden aan zettingsverschillen. Voor inbreidingen dienen aanvullend eisen gesteld te worden aan zettingen in de omgeving als gevolg van de ontwikkeling.

Bij het formuleren van de eis wordt ook de hoogte van de maatlat bepaald. Bij bodemdaling bestaat de maatlat in de meeste gevallen uit een daling per jaar of over de planperiode.

De grootste consequentie van de hoogte van de eis zijn de verhoogde beheer- en onderhoudskosten als gevolg van rest- en eindzettingen en de zettingsverschillen. Voer daarom een kosten-batenanalyse uit van maatregelen om zettingen te beperken versus onderhoudskosten, om de eisen aan zettingen te optimaliseren. Voer hiervoor de volgende stappen uit:

  • Voer zettingsberekeningen uit voor het schetsontwerp:
    • Kleinschalige uitbreiding: 1D zettingsmodel
    • Inbreiding of grootschalige uitbreiding: 2D zettingsmodel
    • Veenoxidatie: analytische berekening (empirische formule)
  • Analyseer effectiviteit maatregel om restzetting te beperken en bepaal kosten van deze maatregelen;
  • Bepaal impact van (rest)zetting op beheer en onderhoudskosten, overstromingsrisico, peilbeheer, wateroverlast;
  • Kosten-batenanalyse.

Wees ervan bewust dat zettingsberekeningen op basis van aangenomen parameters een onzekerheid van circa 30% hebben.

Overzicht doelen en eisen

Algemene doelstelling: Bodemdaling van bebouwd gebied blijft beheersbaar en betaalbaar

Nuanceverschillen regio’s: in MRA opgenomen onder droogte.

Basiseis Nuanceverschillen regio’s
Gebiedsspecifiek worden een restzettingseis en bijbehorende maatregelenset tegen bodemdaling gekozen die over de levensduur van zestig jaar maatschappelijk het meest kosteneffectief zijn voor openbaar en privaat terrein. Geen
Schade door bodemdaling blijft beheersbaar door gebiedsspecifieke keuze van díe restzettingseis waarvoor de maatregelenset over de ontwerplevensduur het meest kosteneffectief is. Parameters worden gemonitord over een periode van minimaal tien jaar. Betrokken partijen leggen verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden voorafgaand vast. Aangescherpte eis Zuid-Holland
De natuurlijke draagkracht van de bodem is sturend in de functiekeuze, systeemkeuze en inrichting van het plangebied. Specifieke eis Utrecht

Beoordelen op maatregelen

De eisen voor bodemdaling bestaan over het algemeen uit eisen die gericht zijn op het effect of zelfs een kostenbatenanalyse. Voor eenvoudige projecten kan het toepassen van specifieke materialen of het toepassen van een maximale belasting van de ondergrond gecontroleerd worden.

Beoordelen op het gewenste effect

Aan te tonen door ontwikkelaar. Voer de volgende stappen uit:

  • Geotechnisch veldonderzoek, inclusief laboratoriumtesten (indien nog niet uitgevoerd bij inventarisatie), conform de NEN
  • Pas parameters model aan conform geotechnisch onderzoek
  • Voer zettingsberekeningen uit van het ontwerp en maatregelen:
    • Kleinschalige uitbreiding: 1D of 2D zettingsmodel
    • Inbreiding of grootschalige uitbreiding: 2D of 3D zettingsmodel
    • Veenoxidatie: analytische berekening (empirische formule)
  • Bepaal rest-, eindzettingen en/of zettingsverschillen om aan te tonen dat aan eisen voldaan wordt;
  • Analyseer effectiviteit maatregel om restzetting te beperken en bepaal kosten van deze maatregelen;
  • Bepaal impact van (rest)zetting op beheer en onderhoudskosten, overstromingsrisico, peilbeheer, wateroverlast;
  • Kosten-batenanalyse en vaststelling bijbehorende maatregelenpakket;
  • Stel een monitoringsprogramma op om de invulling aan deze eis te controleren.

In de uitvoeringsfase kan bijgestuurd worden door de zettingen te monitoren tijdens uitvoering. De berekeningen kunnen vervolgens worden gekalibreerd met behulp van de metingen.
 
Tabel 4: Voorbeeld eisen Bodemdaling

Voorbeelden van eis Voorbeelden methodiek hoe te beoordelen
Eisen gericht op maatregelen Maatregelen die schade door bodemdaling tegengaan en kosteneffectief zijn over de levensduur van 60 jaar worden in het ontwerp opgenomen. – Geotechnisch veldonderzoek
– Kosten-baten analyse
Eisen gericht op gewenst effect Absolute eind maaiveldhoogte. Bijvoorbeeld: Eindhoogte van gebied ligt na 30 jaar op NAP -1,0 m. – Geotechnisch veldonderzoek
– Voer zettingsberekeningen uit
Bovengrens absolute grootte rest- of eindzetting (initiële primaire en secundaire zetting). Bijvoorbeeld: maximaal 0,80 m verticale zetting in 30 jaar na start oplevering – Geotechnisch veldonderzoek
– Voer zettingsberekeningen uit
Bovengrens zettingsverschil (eindzetting, of restzetting). Bijvoorbeeld: maximaal zettingsverschil over van 0,05 m over een afstand van 25 m in 30 jaar 1 – Geotechnisch veldonderzoek
– Voer zettingsberekeningen uit
Instandhouding specifieke bodemlaag – Geotechnisch veldonderzoek
Wateroverlast De wateroverlast wordt mede bepaald door de waterberging in het watersysteem dat op haar beurt bepaald wordt door het verschil in waterpeil en maaiveldhoogte. Bij bodemdaling neemt de bergingscapaciteit af en neemt kans op wateroverlast toe
Droogte Droogte leidt tot dalende grondwaterstanden en kan daarmee het proces van bodemdaling versnellen. Daarnaast komt bij bodemdaling door veenoxidatie fosfor vrij, wat negatief is voor de waterkwaliteit en de CO2-uitstoot.
Biodiversiteit Maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van bodemdaling door vernatting kunnen bijdragen in de ontwikkeling van nattere natuur.
Overstromingen Het verminderen van bodemdaling kan bijdragen om overstromingsrisico’s te verkleinen.

Download de leidraad

Download hier de nieuwe leidraad 2.0. De nieuwe leidraad is nog niet te vinden in bovenstaande module. Er is een nieuwe inleiding toegevoegd, die binnenkort in de bovenstaande module beschikbaar zal komen.

Download Leidraad Download Infographic

Van initiatief tot uitvoering

Het stappenplan helpt u stap voor stap van initiatieffase tot uitvoering om uw ambities werkelijkheid te laten worden.

Heeft u suggesties voor deze website?

Stuur een e-mail